De TTToestand in de WWWereld

  • 30 augustus 2001

zeldman

Interview Jeffrey Zeldman

Jeffrey Zeldman was cartoonist, muzikant en schrijver, zou eigenlijk filmer willen zijn, maar werd copywriter. Tot hij het web ontdekte. Nu is hij een vrolijk eenmans-webcomglomeraat. Hij heeft in New York een bureau www.happycog.com, de leukste site over webdesign www.alistapart.com, hij propageert het gebruik van standaards www.webstandards.org en onderhoudt het kaleidoscopische www.zeldman.com. En hij schreef het bij ons weten leukste boek over webdesign: ‘Taking your Talent to the Web’. (gepubliceerd door New Riders).

Zeldman:
‘Ik dacht dat ik echt van reclame hield… tot ik het web ontdekte. Ik werd door een klant, Warner Bros, gevraagd om aan een website te werken. Ik had het internet een beetje gebruikt, maar wat ik zag was behoorlijk lelijk en beperkt. Ik begreep die beperkingen niet, dus negeerde ze. Er kwam een adviseur ons vertellen: het moet 400 bij 200 pixels zijn, je mag maar 16 kleuren gebruiken, en je mag dit en dat niet. Maar gelukkig was de klant een visionair. Die zei: laat die man zeggen wat hij te zeggen heeft, maak geen ruzie en doe vervolgens wat je maar wil. Dus dat deden we, en we maakten Batmanforever.com (nu allang offline). Die site was een enorm succes. Er waren toen drie miljoen gebruikers van het web, en de helft kwam naar die site. Twintig jaar lang was ik onsuccesvol muzikant, schrijver, kunstenaar… en opeens had ik publiek. Toen besefte ik dat ik dat kon doen, of ik nou een klant had of niet. Dat was de echte aantrekkingskracht voor mij. Ik wilde wel voor klanten blijven werken, maar ik realiseerde me dat ik ook zelf dingen op het web kon zetten en dat iedereen het dan kon zien of er wat mee doen. Je hoeft niemand iets te verkopen. Neem de “ad graveyard“, ik dacht dat het leuk zou zijn om advertenties te zien die het niet gehaald hebben. Ik had er een paar en een paar andere internetgebruikers hadden er vast ook wel een paar, en zo begon het. En ik hoefde niet naar een bank om vragen of ze een paar duizend dollar voor me hadden.

Is webdesign moeilijker dan print?
Nou ja, drukwerk hebben we al eeuwen. Je kunt er verbijsterende dingen mee doen: scherpe beelden, typografie ziet er schitterend uit… je hebt absolute controle over het beeld. Op het web heb je dat niet, zelfs niet met Flash. En de browsers in het bijzonder maken je het leven moeilijk. Je moet worstelen met oude techniek die nog steeds werkt maar heel tijdrovend is en nieuwe technieken waarmee je betere sites kunt maken, maar die weer niet werken bij tien procent van de browsers. Dus je moet voortdurend beslissen: zeg ik jammer voor die tien procent of blijf ik websites maken alsof het nog steeds 1996 is?

Waarom ben je zo bezig met die standaards?
Ik voelde me zo machtig door het web. Zodra ik een commercile site had gemaakt, wist ik dat ik een persoonlijke site kon maken. En ik wilde dat andere mensen ook wisten hoe dat moest. Daarom begon ik met “Ask Dr. Web”. Ik had geen flauw idee wat ik deed; ik probeerde iets uit en als het werkte, zette ik het op web. Ik wist niet waarom, maar het hielp mensen. In 1998 kreeg ik, met veel andere mensen, in de gaten, dat er heel veel niet werkte. Daar had ik over kunnen blijven klagen, maar Glenn Davis en George Olsen zeiden: kom op, we gaan er wat aan doen. En daarom hebben we webstandards.org opgericht. We zijn met z’n allen heel nieuw terrein aan het verkennen, en het zou mooi zijn als we ons aan open standaards konden houden. Dan hoeven we niet zo veel tijd besteden aan omweggetjes en sites die maar beperkt werken. Maar ik ben niet zo’n prediker, en ik heb ook helemaal niet zo’n zin om tegen de makers van de browsers te schreeuwen, ik besef best dat ze het moeilijk hebben. Ik heb het liever over inhoud en design en liefde en bloemen.

Het aardige is dat er op het web designers bezig zijn, die nooit iets in andere media hebben gedaan.Ik zie parallellen met film. Toen er geluid kwam in de film, haalden ze er toneelschrijvers bij. Maar die maakten heel verstilde films met veel te veel dialoog. De beste films hebben weinig of geen dialoog. Charles Chaplin was geen toneelregisseur, maar maakte veel betere films. Op het web is dat hetzelfde. De meeste mensen die de grenzen verleggen zijn degenen die het zichzelf hebben geleerd. Die hebben al die problemen opgelost terwijl ze bezig waren, en hebben zodoende een nieuw soort design gecreerd. En dat gebeurde zo ongeveer meteen. Batmanforever is nu behoorlijk primitief, maar wat het zei was: dit is geen print en geen tv. Jakob Nielsen zou het gehaat hebben, want de meest interessante content was volledig verborgen. Het was meer een Cd-rom. Maar het was absoluut een ander medium.

Jakob Nielsen moet bijna alles op het web haten…
Misschien. Ik ben het niet eens met veel van wat hij zegt, maar ik respecteer hem. Hij heeft de moed om dingen te zeggen die gezegd moeten worden. Als je die oudtestamentische profeet een beetje wegdenkt, zegt hij: breng mensen niet in verwarring, wees duidelijk, heb een doel en een methode. Ik zeg af en toe hetzelfde, maar ik denk niet dat je naar de hel gaat als je vindt dat hyperlinks niet blauw onderstreept hoeven te zijn.

Waarom is werk voor klanten op het web meestal minder dan persoonlijk werk?
Dat is inderdaad raar. Als je kijkt naar alle design dat we kennen, dat is allemaal commercieel. Neem Paul Rand, die werkte voor IBM en kreeg het voor elkaar om schitterend werk voor ze te maken. Dus het moet mogelijk zijn. Maar kijk naar de mensen die ik in het boek noem – van hun commercile werk zeg je: heel professioneel, goed gedaan, maar: geen ziel. Of wel ziel, maar dan toch niet zo goed. Het is vaak gladjes. En die gladheid betekent voor de mensen die zo’n site bezoeken: wij zijn niet echt, wij zijn glad. Als je html en stylesheets gebruikt, zegt dat op de een of andere manier: wij zijn echte mensen, we proberen je niet alleen maar iets te verkopen. Een van de problemen is dat de bedrijven die het web in ’95 negeerden, een paar jaar later in de gaten kregen: hier is geld mee te verdienen. En vervolgens al die oude principes toepasten. Dat er 15 mensen nodig zijn om een project te managen en dat je het van artdirector naar artdirector moet schuiven, zodat er niets meer echt van iemand is. Ze denken dat webdesign gaat over sites van twee miljoen dollar en dat maakt me kwaad. Het spijt me voor vrienden die nu geen werk hebben. Maar over de mensen die de laatste twee jaar instapten omdat ze dachten dat het web een geldmachine is, denk ik stiekem… fuck ‘m.

Interview Matt Owens
Het verhaal